Uitleg TA Ontdek-Kaarten
Transactionele Analyse (TA) is een psychologische theorie ontwikkeld door Eric Berne. TA analyseert gedragspatronen en communicatiestijlen, helpt bij het begrijpen van conflicten en persoonlijke ontwikkeling, en bevordert effectieve communicatie en gezonde relaties. Deze kaarten helpen je om situaties en je eigen gedrag visueel en inzichtelijk te maken. De houten poppetjes kan je gebruiken door te onderzoeken hoe iedere positie er uit ziet (en wat de reactie op de ander is). Hierbij kan je variëren met verschillende grootte poppetjes. In dit TA spel komen de volgende onderdelen aan bod:
- Structurele analyse
- Functionele analyse
- Drama driehoek
- Ik ben ok – jij bent ok
- Drenkelingenmodel
De kaarten hebben per onderdeel een eigen kleur. Ze bevatten 1 kaart met een korte uitleg, 1 kaart met een totaaloverzicht en vervolgens voor iedere positie een losse kaart. De kaart met het totaaloverzicht kan gebruikt worden voor uitleg aan de coachee. Vervolgens kan je met de coachee op verschillende manieren gaan onderzoeken met de positiekaarten. Een aantal voorbeelden:
Egoposities met de structurele analyse
- Onderzoek (bijvoorbeeld tijdens een biografie sessie), hoe de O V G posities bij de coachee ontwikkeld zijn. Hoe zien ze er uit en hoe zijn ze ontstaan.
Functionele analyse
- Plaats een houten poppetjes centraal en vraag per positie waar deze kaart t.o.v. het poppetje hoort te liggen. Vervolgens kan je per positie onderzoeken hoe deze er voor de coachee uit ziet door het poppetje erop te zetten. (wat denk je op deze positie, welke overtuigingen heb je op deze positie, hoe voel je je op deze positie en hoe gedraag je je op deze positie, etc.
- Laat de coachee uitzoeken vanuit welke positie de coachee in de ingebrachte situatie reageert en wat het effect daarvan is. Onderzoek vervolgens met de andere kaarten erbij welke positie zou helpen of hoe de coachee in de gezonde kant van een positie kan komen.
- Onderzoek vanuit welke positie de coachee communiceert en zet daar een poppetje op en onderzoek wat de reactie hierop is van de ander en welke positie daarbij hoort. Zet daar een ander poppetje op. Onderzoek welke gedachtes (overtuigingen) de coachee heeft in deze positie en onderzoek hoe andere posities ingenomen kunnen worden en wat het effect dan is op de ander. Welke overtuigingen zijn daarvoor nodig.
- Laat een client een egogram invullen door aan te geven hoe de coachee zichzelf ziet. Hoeveel is iedere staaf van het diagram gevuld per positie en hoe verhouden zich deze posities met elkaar.
Dramadriehoek
- Onderzoek aan de hand van een concreet voorbeeld welke positie de coachee zichzelf toebedeeld (dramadriehoek) door daar een poppetje op te laten zetten. Ook hier kan je weer onderzoeken wat maakt dat de coachee vanuit deze positief reageert. Kijk hier ook naar de reactie van de ander door daar een poppetje op te zetten. Kijk daarna met de kaart van de winnaarsdriehoek hoe een beweging gemaakt kan worden naar een positie van de winnaarsdriehoek.
Ik ben ok - Jij bent ok
- Leg de 4 kaarten met de kwadranten neer en vraag waar de coachee overwegend staat
- Leg de 4 kaarten met de kwadranten neer en vraag n.a.v. verschillende situaties waar de coachee staat en bevraag wat het verschil maakt tussen de verschillende posities. Welke overtuigingen maken dat de coachee in dat kwadrant staat en hoe uit zich dat in gedrag. Hoe voelt het om in een ander kwadrant te staan en hoe zou de coachee vanuit dat kwadrant reageren. Wat is nodig voor de coachee om in een ander kwadrant te staan.
Drenkelingenmodel
- Leg de stoppers neer op de tafel en laat de coachee uitzoeken welke het meeste op hem van toepassing zijn en onderzoek hoe deze stoppers vandaan komen. Ook dit past goed bij een biografische sessie. Leg vervolgens de Drivers neer en onderzoek welke het meeste van toepassing zijn op de coachee. Dit is vaak goed te linken aan het ontstaan van de coachvraag. Onderzoek vervolgens welke allower realistisch, passend en helpend is voor de coachee om te veranderen.
Het spel is bedoeld om op een eigen intuïtieve manier te werken met TA. Dus voel je vrij om ermee te experimenteren.
TA is een uitgebreide en soms best ingewikkelde materie. Om TA goed te begrijpen kunnen de volgende boeken helpend zijn:
- Dit ben ik, worden wie je bent met transactionele analyse van Liewe Koopmans
- Transactionele analyse, Het handboek van Ian Stewart
- TA elke dag van Marijke Arendsen Hein
Ego-posities
Structurele Analyse helpt om inzicht te krijgen in hoe een persoon denkt, voelt en handelt. Structurele Analyse identificeert drie ego-toestanden (Ouder, Volwassene en Kind) die in elke persoon aanwezig zijn. Elk van deze ego-toestanden heeft zijn eigen kenmerken.
- Ouder: geïnternaliseerde stemmen van autoriteitsfiguren uit het verleden. Het kan kritisch en controlerend zijn (kritische ouder) of zorgzaam (zorgende ouder): Denken, voelen en gedrag dat je aangeleerd en overgenomen hebt van ouderfiguren
- Volwassene: rationele en objectieve deel van de persoonlijkheid dat informatie verwerkt, logisch denkt en beslissingen neemt op basis van de feiten: Denken, voelen en gedrag op basis van wat zich in het hier en nu afspeelt
- Kind: emotionele reacties die zijn gevormd door eerdere ervaringen. Het aangepaste kind (conform verwachtingen van anderen) en het vrije kind (spontaan en creatief): Denken, voelen en gedrag dat we onszelf aangeleerd hebben door ervaringen als kind
Het onderzoeken welke ego-toestanden dominant zijn in verschillende situaties helpt bij het helder krijgen van gedragspatronen, innerlijke conflicten en reactie op anderen. Met deze bewustwording kunnen mensen keuzes maken om disfunctionele patronen te doorbreken.
Leg de kaarten van de verschillende posities op tafel. Plaats het poppetjes op een ego positie kaart en onderzoek hoe deze ego positie eruit ziet, voelt en denkt. Hoe is deze positie ontstaan, hoe heeft deze positie zich ontwikkeld en wat heeft deze positie nodig om vanuit de volwassen ego positie te kunnen reageren.
Functionele analyse
Functionele analyse kan worden gebruikt om te begrijpen hoe communicatie plaatsvindt tussen individuen en welke effecten deze communicatie heeft op hun interacties en relaties. Elke egotoestand heeft specifieke kenmerken en gedragspatronen die van invloed zijn. Wanneer transacties niet complementair zijn ontstaat vaak een spel van herhalende en onbewuste negatieve patronen. Door middel van functionele analyse kunnen individuen zich bewust worden van hun eigen communicatiepatronen en die van anderen.
Voedende ouder
+ Je zorgt voor anderen en je leeft je in
- Je betuttelt en vestikt en je bent overbezorgd
Structurerende ouder
+ Je geeft grenzen en richting aan
- Je uit je kritisch en dominant
Volwassene
Je reageert passend op de huidige situatie en op feiten
Aangepast kind
+ Je voegt je naar anderen
- Je past je te veel aan of je wordt rebels
Vrije Kind
+ Je ervaart emoties, je bent speels, nieuwsgierig, authentiek en energiek
- Je gedraagt je wispelturig, egocentrisch, kinderachtig en overmoedig
Start het onderzoek met een concrete situatie. Leg de kaarten van de verschillende posities op tafel. Plaats het poppetjes op een ego positie kaart en onderzoek hoe deze ego positie eruit ziet. Hoe voelt deze positie, wat denkt deze positie en hoe uit deze positief zich. Hoe is deze positie in het verleden ontstaan en hoe heeft deze positie zich ontwikkeld. Bekijk wat het effect op de ander is. Vanuit welke positie reageert de ander en zet hier het andere poppetje neer. Ga vervolgens oefenen met andere manieren van communiceren vanuit de “+” kant van verschillende posities.
Ik ben ok - Jij bent ok
Het Venster op de Wereld: Dit concept stelt dat ons bewustzijn en onze perceptie van onszelf en anderen kunnen worden voorgesteld als een "venster" met vier kwadranten. Elk van deze kwadranten vertegenwoordigt verschillende manieren waarop we onszelf en anderen kunnen zien:
1.Ik ben oké, jij bent oké: Dit is het ideale kwadrant waarin iemand zichzelf en anderen ziet als waardevol en positief. Gezond.
2.Ik ben oké, jij bent niet oké: In dit kwadrant ziet iemand zichzelf als waardevol en anderen als minderwaardig of tekortschietend. Arrogant.
3.Ik ben niet oké, jij bent oké: Hier ziet iemand zichzelf als inferieur en anderen als waardevol.. Hulpeloos.
4.Ik ben niet oké, jij bent niet oké: Dit is het meest destructieve kwadrant, waarin iemand zichzelf en anderen als waardeloos beschouwt. Hopeloos.
"Ik ben oké, jij bent oké“ betekent dat we onszelf en de ander als waardevol en capabel beschouwen.
Onderzoek samen met de cliënt disfunctionele overtuigingen en patronen om te kunnen verschuiven naar het "Ik ben oké, jij bent oké" -kwadrant. Gebruik de poppetjes om de client zichzelf en de ander te laten plaatsen. Onderzoek wat er gebeurt als de poppetjes in een ander kwadrant geplaatst worden.
Dramadriehoek
De dramadriehoek is destructief spel van interactiepatronen en dynamieken in relaties. De Dramadriehoek bestaat uit drie rollen:
- De Redder: De Redder is degene die de rol van helper aanneemt. Ze voelen de behoefte om anderen te redden of te beschermen, vaak zonder dat hierom wordt gevraagd.
- Het Slachtoffer: Het Slachtoffer is degene die zichzelf als hulpeloos of machteloos ziet. Ze hebben vaak het idee problemen niet zelf op te kunnen lossen en verwachten dat anderen voor hen zorgen.
- De Aanklager: De Aanklager is degene die anderen bekritiseert of beschuldigt. Ze hebben de neiging om de schuld voor problemen bij anderen te leggen en zijn vaak kritisch en veroordelend.
Mensen kunnen van de ene rol naar de andere verschuiven. In plaats van een Redder te zijn, is het beter om ondersteunend te zijn zonder te proberen anderen te redden. In plaats van een Slachtoffer te zijn, is het nuttiger om verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen leven en keuzes. En in plaats van een Aanklager te zijn, is het belangrijk om empathie en begrip voor anderen te tonen. De winnaarsdriehoek!
Laat de client zelf bepalen in welke positie hij zit en plaats daar het poppetje. Het andere poppetje kan geplaats worden op de plek van waaruit de ander reageert. Onderzoek vervolgens hoe de communicatie eruit zou zien vanuit de winnaarsdriehoek.
Drenkelingenmodel
Dit model richt zich op overtuigingen die ontstaan zijn door ontvangen boodschappen in de jeugd, door cultuur en door trauma.
- Drivers (Aanvallers): Patronen die mensen hanteren om hun emotionele behoeften te vervullen. Ze worden vaak gekenmerkt door dwangmatig gedrag. Het is vaak een reactie op stoppers.
- Stoppers (Blokkades): Boodschappen die kinderen van hun ouders hebben opgevangen (meestal niet letterlijk) en zo geïnterpreteerd hebben. Om waardering of erkenning te krijgen zijn daar onbewust de drivers aan gekoppeld.
- Allowers (Toelaters): Overtuigingen die mensen helpen om emotionele behoeften te erkennen, toe te staan en te uiten. Dit zijn gezondere manieren om met emoties en behoeften om te gaan, omdat ze gebaseerd zijn op zelfacceptatie en zelfzorg.
Dit model biedt handvatten om positievere en gezondere gedragspatronen te ontwikkelen.
Leg alle drivers en stoppers open op tafel en laat iemand de kaarten uitkiezen die het meest herkent worden. Bespreek het ontstaan van de stoppers en drivers. Zoek daarna naar passende en geloofwaardige allowers.
Toelichting op de drivers
-
"Wees perfect": Mensen met deze driver leggen zichzelf vaak onrealistisch hoge normen op en streven naar perfectie in alles wat ze doen. Ze willen nooit fouten maken en hebben moeite met loslaten.
-
"Wees sterk": Mensen met deze driver proberen altijd sterk, onafhankelijk en zelfvoorzienend te zijn. Ze kunnen het moeilijk vinden om hulp te vragen of kwetsbaarheid te tonen.
- "Wees de beste": Mensen met deze driver willen graag altijd beter zijn dan een ander. Als ze minder goed zijn voelt dat als falen. Ze zullen dan ook altijd hard werken en vinden het moeilijk om tevreden te zijn.
-
"Doe je best": Deze driver motiveert mensen om altijd hun best te doen, wat kan leiden tot overmatige inspanning en perfectionisme.
-
"Maak voort": Mensen met deze driver hebben de neiging om zichzelf altijd te haasten en ongeduldig te zijn. Ze willen de dingen snel gedaan krijgen en hebben moeite met geduld en ontspanning.
-
"Doe een genoegen": Mensen met deze driver willen anderen tevredenstellen en vermijden conflicten ten koste van hun eigen behoeften. Ze hebben moeite met assertiviteit.
Toelichting op de stoppers
-
Besta niet: Dit mechanisme kan ertoe leiden dat iemand zijn eigen bestaan ontkent of probeert onzichtbaar te zijn, vaak als gevolg van een laag zelfbeeld.
-
Voel niet: Mensen die dit mechanisme gebruiken, onderdrukken of ontkennen hun emoties. Ze proberen pijnlijke gevoelens te vermijden of te negeren.
-
Kom niet dichtbij: Dit kan leiden tot emotionele afstandelijkheid en het vermijden van intieme relaties en verbindingen.
-
Groei niet op: Het kan iemand belemmeren om volwassen verantwoordelijkheden en uitdagingen aan te gaan, vaak uit angst voor de verandering en verantwoordelijkheid.
-
Doe niet: Mensen die "doe niet" gebruiken, vermijden actie en verantwoordelijkheid. Ze kunnen inactief blijven of situaties vermijden.
-
Hoor er niet bij: Dit kan leiden tot gevoelens van isolatie en het vermijden van sociale betrokkenheid of acceptatie door groepen.
-
Heb geen succes: Mensen met dit mechanisme kunnen succes vermijden uit angst voor falen of voor verantwoordelijkheid en druk.
-
Wees niet jezelf: Dit kan resulteren in een gebrek aan authenticiteit en het aannemen van een masker om aan verwachtingen van anderen te voldoen.
-
Wees niet gezond: Het vermijden van gezond gedrag, zoals lichaamsbeweging en goede voeding, kan voortkomen uit dit mechanisme.
-
Wees niet belangrijk: Dit kan gepaard gaan met gevoelens van minderwaardigheid en het minimaliseren van de eigen waarde.
-
Denk niet: Het kan leiden tot vermijden van denken en besluitvorming, wat de groei en verantwoordelijkheid belemmert.
-
Wees geen kind: Dit kan resulteren in een onvermogen om speelsheid en creativiteit toe te laten, vaak als gevolg van rigide volwassenheid.
Wil je meer informatie over het werken met Transactionele Analyse? Meld je dan aan voor de 2 daagse training. Klik hier voor meer informatie.